cognitieve ontwikkeling autisme

Cognitieve ontwikkeling bij kinderen met autisme

Leren gaat bij jonge kinderen bijna vanzelf. Bij kinderen met autisme is dit anders. Zij hebben problemen in het sociale en communicatieve contact en missen daardoor kansen om te leren. Zij hebben hulp nodig om de sociale wereld te ontdekken. Hoe eerder zij hier hulp bij krijgen, hoe beter. Want op jonge leeftijd past het brein zich nog makkelijk aan. Hierdoor pikken ze snel dingen op.

Cognitie bij kinderen met een normale ontwikkeling

Normaal gezien ontwikkelen kinderen zich binnen een veilige omgeving spontaan. Natuurlijk hebben zij uitdagingen nodig, maar ze gaan de wereld op hun eigen manier ontdekken. Ze gaan op onderzoek uit en leren lachen, brabbelen, praten, kruipen en lopen. Dit alles in samenspel met hun ouders en broertjes /zusjes. In een sociale omgeving met heel veel leermomenten! Allemaal ervaringen die het brein opslaat en het kind helpt in weer nieuwe ontdekkingen.

Het leren begint bij de zintuigen. Eerst de nabijheidszinnen (tast, reuk, smaak), dan de verte zinnen (zien en horen). Deze ervaringen worden stapje voor stapje samengevoegd. Het kind gaat verbanden leggen: met mama doe ik dit, met papa dat. Maar ook: een auto rijdt, een hond blaft en koekjes kan je eten. Zo krijgt het kind een beeld van de wereld om hem/haar heen. Het vermogen om dingen te onthouden, te verwerken en te leren, het zogenaamde denkvermogen, ontwikkelt zich beetje bij beetje.

Cognitie bij kinderen met autisme

Kinderen met autisme volgen niet de normale ontwikkelingslijnen. Het gaat vaak met pieken en dalen. Doordat ze problemen in het sociale en communicatieve contact hebben, missen ze kansen om te leren. Zij profiteren niet van de sociale leermomenten uit het leven van elke dag.

Gedrag dat er voor zorgt dat leerkansen gemist worden, zijn bijvoorbeeld:

  • Weinig interesse in mensen
    Het kind toont weinig imitatiegedrag en blijft enigszins gevangen in zijn eigen interesses Deze interesses zijn veel meer gericht op dingen dan op mensen.
  • Herhaling van handelingen
    Het kind heeft de neiging te blijven hangen in herhalende handelingen. Het ruikt of likt vaak aan allerlei voorwerpen, maar niet om te ervaren hoe het ruikt of proeft: het ruiken of likken is een doel op zich. Het kind doet hierdoor weinig nieuwe ervaringen op.
  • Grote interesse voor licht of bewegingen
    Bijvoorbeeld een grote interesse voor bepaalde lichtflitsen of bewegingen. Bijvoorbeeld een draaiende wasmachine. Een risico hiervan kan zijn dat het kind te sterk gericht is op zijn/haar bekende interesses en te weinig op nieuwe ervaringen.
  • Zich dingen slecht voor kunnen stellen. 
    Het kind kan zich geen dingen of gebeurtenissen voorstellen die er niet echt zijn: een banaan is een banaan en geen zogenaamde telefoon!
  • Het opmerken van details
    Het kind ziet bijvoorbeeld kleine pluisjes die een ander niet eens opmerkt. De wereld lijkt voor het kind uit losse onderdeeltjes te bestaan en vormt geen betekenisvol geheel. Het kind mist overzicht en heeft moeite met het herkennen van verbanden. Ook in de omgang met spelmateriaal is dat duidelijk zichtbaar. Het speelgoed wordt niet op de manier gebruikt waarvoor het bedoeld is. De handeling is vaak stereotiep en niet onderzoekend. Daardoor blijft de ontwikkeling steken op het niveau van simpele handelingen.
  • Uitstekend geheugen voor details
    Sommige kinderen met autisme kunnen heel erg verrassen door hun uitstekende geheugen voor details. Het kind kan bijvoorbeeld allerlei namen uit TV-programma’s feilloos opnoemen. Of telefoon- of autonummers. Maar deze kennis heeft geen functie en is moeilijk te gebruiken in dagelijkse situaties.

Goed om te weten: Ongeveer een kwart van de kinderen met autisme heeft een verstandelijke beperking. Hierdoor kan de cognitie zich uiteraard ook anders ontwikkelen.

Behandeling om de cognitieve ontwikkeling te helpen

Vroege herkenning is belangrijk voor de cognitieve ontwikkeling van kinderen met autisme. Het stimuleren van contact en communicatie is juist dán belangrijk. Want dan past het brein zich nog zo makkelijk aan.

Kinderen met autisme hebben een tekort aan ‘spontaan leren’. Daarom hebben ze daar hulp van buitenaf bij nodig. Dit is wat je kan doen:

  • Ondersteun de ouders om het kind de sociale wereld te laten zien. Zodat het kan profiteren van de vele leermomenten die een sociale omgeving biedt.
  • Help de ouders de wereld van hun kind uit te breiden. Zonder het te overspoelen.
  • Leer hen dit stap voor stap te doen.
  • Maak hen ervan bewust dat het niet vanuit het kind zelf gebeurt: de ouder moet het initiatief nemen.

Enkele tips:

  • Wees alert op het functionele gebruik van de zintuigen
    Het is belangrijk dat het kind de zintuigen gebruikt om nieuwe dingen te leren en ervaren. Bijvoorbeeld: Als het kind dingen aanraakt (tast) moet dat zijn om een nieuw gevoel te leren kennen. Het aanraken moet niet een doel op zich zijn. Dit geldt ook voor likken, betasten en ruiken. Als het kind bijvoorbeeld altijd dingen wil betasten of er aan wil likken, probeer dan het voelen of likken te koppelen aan verschillende voelervaringen. Bijvoorbeeld warm en koud of smaakervaringen, zoals zoet en zuur. Maak veel gebruik van de zintuigen.
  • Trek de aandacht van het kind
    Het kind kan alleen leren als de aandacht er is. Kies een voorwerp waar zijn/haar belangstelling ligt. Toon dan pas de verschillende mogelijkheden van het object. Een autootje heeft inderdaad wieltjes die kunnen draaien, maar een auto kan ook rijden en zelfs ergens naartoe rijden.
  • Leg duidelijk verbanden die het kind normaal niet lijkt op te merken
    Laat het kind gebeurtenissen letterlijk en figuurlijk ervaren. Leg bijvoorbeeld een blokje op een stilliggende bal en laat zien dat het blokje eraf valt als je de bal laat rollen. Toon een simpele handeling, die ervoor zorgt dat het kind ervaart dat een bewegende bal iets kan veroorzaken. Je moet het aan het kind met autisme laten zien om hem/haar dit te laten ervaren.
deel: