kind autisme in dagelijkse situaties

Stap 3. Je kind helpen in dagelijkse situaties

Kinderen met autisme (ASS) verwerken informatie op een andere manier. Dit zorgt ervoor dat zij andere of onverwachte reacties kunnen geven. Hoe ga je hiermee om? 

Autisme kan zich bij kinderen op veel verschillende manieren uiten. Toch zijn er een aantal algemene tips die we kunnen geven om je te helpen in de omgang met je kind.

Denk bijvoorbeeld aan:

Structuur bieden

Veel kinderen met autisme worden door de ‘andere’ manier waarop de hersenen werken, overspoeld door informatie die op hen af komt. Dit geeft problemen in het filteren van belangrijke informatie, het ordenen van informatie en het hieraan betekenis geven.

Het bieden van structuur helpt je kind om de wereld overzichtelijker en duidelijker te maken. Frustratie en boosheid bij het kind kan zo soms voorkomen worden. Manieren om structuur te bieden zijn bijvoorbeeld:

Tijd inzichtelijk maken
Een planbord kan helpen om aan te geven welke activiteiten, wanneer en in welke volgorde gaan plaatsvinden. Zoek eerst uit op wat voor manier je kind het planbord het beste begrijpt. Bijvoorbeeld: gebruik je pictogrammen, foto’s, of tekeningen? En: voor welke activiteiten gebruik je wel/geen plaatje? Hoe gedetailleerd maak je het?

Vaste activiteiten op een vaste plaats uitvoeren
Je kind wil graag begrijpen wat van hem/haar verwacht wordt. Hier kan je hem/haar bij helpen door vaste activiteiten op een vaste plek te laten plaatsvinden. Bijvoorbeeld:

  • Eetmomenten altijd aan tafel;
  • Het boekje lezen voor het slapen gaan altijd in bed;
  • Tandenpoetsen altijd in de badkamer .

Overgangen inzichtelijk maken
Een klok of wekker kan helpen om aan te geven wanneer een activiteit is afgelopen. Op die manier weet een kind wat er wordt verwacht. Zo kan hij/zij een overgang naar een nieuwe activiteit vaak makkelijker maken. Als je ook benoemt wat er na deze activiteit gaat gebeuren maakt dit de overgang nog makkelijker voor je kind. Bijvoorbeeld: Als de wekker afloopt gaan we eten.

Tip: Je kan hiervoor ook een time-timer gebruiken. Dit is een speciale klok waarop je kind gemakkelijk kan zien hoeveel tijd hij/zij nog heeft. Dit hoeft niet in cijfers te zijn, maar kan ook in kleuren.

Routines
Routines zijn activiteiten die je op een bepaalde manier doet. Dus bijvoorbeeld voor het slapen gaan eerst een boekje lezen en dan een liedje zingen. Routines kunnen je kind helpen om grip te krijgen op dat wat komen gaat. En dat geeft rust.

Meer informatie over het bieden van structuur lees je op de website van Geef me de 5.

Rekening houden met het prikkelprofiel van je kind

Met prikkelprofiel wordt bedoeld: de manier waarop jouw kind reageert op prikkels uit de omgeving. Het gaat hier dus om het zien, horen, voelen, proeven, ruiken, en ervaren van balans en controle over het eigen lichaam. Bijvoorbeeld spierkracht. Dit wordt ook wel de sensorische of zintuiglijke informatieverwerking genoemd.

Sommige kinderen met autisme reageren overgevoelig en hebben bijvoorbeeld veel moeite met drukke plaatsen (zoals een supermarkt of een feestje). Het kan ook zijn dat ze gevoelig zijn voor geluiden, zoals het blaffen van de hond of het huilen van een baby.

Voorbeeld supermarktbezoek:
Je kind heeft autisme en raakt gestrest van een supermarktbezoek. Wat kan je doen om het makkelijker te maken voor je kind? Je kan je kind helpen om te gaan met de prikkels en/of je probeert bepaalde prikkels te mijden. Hieronder leggen we uit hoe je dat doet.

  • Helpen omgaan met de prikkel door:
    • Je kind voor te bereiden op wat je gaat doen in de winkel (naar welke winkel ga je, hoeveel boodschappen ga je halen, etcetera);
    • Je kind voor te bereiden op wat hij /zij zelf mag doen (bijvoorbeeld zelf een karretje duwen of juist in jouw kar zitten);
    • Je kind helpen rustig te blijven. Bijvoorbeeld door zijn/haar lievelingsknuffel of speentje te geven;
    • uitleg te geven over het gevoel wanneer je merkt dat je kind gestrest raakt. Bijvoorbeeld: ‘Dat vind je lastig hè, als het zo druk is in de winkel’.
  • Bepaalde prikkels mijden:
    • Je neemt je kind niet meer mee naar de supermarkt of alleen op rustige momenten of wanneer je maar 1 boodschapje hoeft te doen.

Andere kinderen zijn minder gevoelig en zoeken juist prikkels op. Dus het kind dat beweging nodig heeft om alert te zijn, kun je bijvoorbeeld helpen door af en toe (samen) op de trampoline te springen, te stoeien of te knuffelen.

Meer informatie over sensorische/zintuiglijke informatieverwerking lees je op de website van de Nederlandse Stichting voor Sensorische Informatieverwerking (NSSI).

Duidelijk communiceren

Kinderen met autisme begrijpen je vaak sneller als je kort en duidelijk bent in je communicatie. Maar hoe communiceer je kort en duidelijk? Hierbij een aantal tips.

Geef een opdracht in plaats van een vraag te stellen
Wanneer je wil dat je kind een opdracht uitvoert geef dan ook een opdracht en stel geen vraag. Bijvoorbeeld: Je wil dat je kind zijn/haar jas ophangt. Je zegt dan dus ’Hang je jas maar aan de kapstok’ in plaats van ‘Wil je je jas ophangen?’.

Breng je boodschap op een neutrale toon
Kinderen met autisme verwerken informatie vaak meer in losse stukjes. Ze hebben moeite met het samenvoegen van informatie. Daarbij komt dat veel kinderen gevoelig zijn voor emoties. Daarom is het belangrijk om je boodschap op een neutrale toon te brengen.

Wat betekent dit in de praktijk? Je kind vindt het lastig om te luisteren naar wat je zegt wanneer je bijvoorbeeld een boze stem gebruikt. De ‘boze stem’ wordt dan als het ware apart verwerkt van de boodschap die je wilt overbrengen. Je kind hoort eigenlijk niet meer wat je wilt zeggen en raakt van slag van de emotionele lading.

Mijd uitdrukkingen of cynisme
Soms begrijpen kinderen met autisme informatie te letterlijk. Het kan zijn dat uitdrukkingen hierdoor voor hen lastig te begrijpen zijn. Denk bijvoorbeeld aan de uitdrukking ‘een blokje om lopen’. Ook een cynische opmerking kan verwarrend zijn. Bijvoorbeeld wanneer je zegt ‘dat heb je mooi gedaan’, terwijl je bedoelt dat je kind er een grote troep van heeft gemaakt.

Tempo aanpassen

Jonge kinderen en specifiek kinderen met kenmerken van autisme hebben vaak veel tijd nodig om informatie te verwerken. Het verschil in tempo tussen volwassenen en kinderen is sowieso erg groot. Probeer je tempo te verlagen en bouw ‘puzzeltijd’ in. Dit zijn momenten waarin je kind nog even kan nadenken over wat je bedoelt.

Hoe merk je aan je kind dat het informatie vertraagd verwerkt?

  • Je kind geeft regelmatig geen reactie op een vraag of verzoek. Een tijdje later merk je dat het het toch gehoord heeft.
  • Je kind reageert direct afwijzend op je vraag of verzoek. ‘Nee’ betekent in dit geval ‘ik heb tijd nodig om dit te verwerken’.

Ondertitelen van gedrag en gevoel bij je kind

Door gedrag en gevoel bij je kind te verwoorden, kun je je kind helpen meer grip te krijgen op zijn/haar gedrag en gevoel. Hoe doe je dit?

Bijvoorbeeld: je komt bij de kinderboerderij aan met je kind. Je ziet dat je kind van slag raakt, omdat er heel veel vreemde kinderen zijn. Je benoemt dan zijn/haar reactie: “Dat is even schrikken. Allemaal nieuwe kindjes”. Daarna geef je je kind de tijd om dit te verwerken: “Laten we eerst even schommelen, dan kun je even wennen”.

Stap 4: (Professionele) hulp inzetten

deel: